Uitvoering
Sta met je voeten op heupbreedte op je matje;
– knieën zijn licht gebogen, net van het slot;
– Armen gaan in een V omhoog en blijven daar;
– voel hoe je voeten op de grond staan;
– volgende uitademing draai je je bovenlichaam naar links, hoofd en armen draaien mee;
– inademend draai je terug naar het midden;
– uitademend draai je naar rechts, kijk over je rechterhand naar achteren;
– doe dit 3 tot 5 x en blijf dan in een naar achteren gedraaide houding staan;
– eventueel kun je je rug iets hol maken;
– adem door;
– elke inademing geeft ruimte, bij elke uitademing laat je spanning los (3 tot 5x);
– en draai inademend terug naar het midden:
– uitademend draai je weer naar achteren en blijf je in die houding staan;
– adem weer rustig door;
– op een volgende inademing draai je terug naar het midden:
– uitademend laat je je armen rustig zakken en kun je de oefening navoelen.

Mocht je merken dat het te zwaar wordt voor je armen dan kun je de oefening ook doen met de armen naar beneden of kun je je handen boven je billen bij je onderrug te plaatsen.
Bouw de oefening rustig op en luister goed naar je lichaam. Wat is jouw grens?

Werking oefening:
– Strekking zijkant van het hele lichaam;
– strekken en versoepelen schuine buikspieren, middenrif, tussenrib spieren en borstspieren;
– activering, draaiing, en flexibel maken wervelkolom;
– stimulering bloedsomloop, spijsvertering en diepere ademhaling;
– bij hoog houden van de armen ook verstevigen van de armspieren.